Frankrijk erkent wat er over is van Palestina In september 2025 zal president Emmanuel Macron voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties staan en de staat Palestina erkennen. Het zal een zorgvuldig geformuleerde toespraak zijn, vol met oproepen tot vrede, waardigheid en internationaal recht. Camera’s zullen flitsen, diplomaten zullen applaudisseren en krantenkoppen zullen het een “historisch moment” noemen. Maar laat je niet misleiden: Frankrijk erkent geen staat – het erkent een kerkhof. Tegen de tijd dat Macron zijn verklaring aflegt, is Gaza mogelijk niets meer dan verschroeide aarde, bezaaid met de botten van hen die de wereld ervoor koos niet te redden. Het gebaar van Frankrijk, hoe goedbedoeld ook, komt met de macabere punctualiteit van een condoleancebrief die lang na de begrafenis wordt verzonden. In naam van diplomatie zal Parijs een vlag hijsen boven as. Een gebaar doordrenkt van ironie Frankrijk stelt dat deze erkenning bedoeld is om de tweestatenoplossing nieuw leven in te blazen, als onderdeel van een bredere inspanning voor vrede. Macron heeft de gebruikelijke voorwaarden opgesomd: Hamas ontwapenen, gijzelaars vrijlaten, de Palestijnse Autoriteit hervormen. Op papier klinkt het redelijk. In de praktijk klinkt het als satire. Gaza verkeert onder een totale belegering. De Westelijke Jordaanoever wordt in realtime geannexeerd. En Frankrijk vraagt de Palestijnen – van wie velen honger lijden, ontheemd zijn of dood – om hun politiek op orde te brengen voordat ze als volk erkend kunnen worden. Het zou lachwekkend zijn, als het niet doordrenkt was met zoveel bloed. Gaza: uitgehongerd achter prikkeldraad Laten we duidelijk zijn: Gaza is een gevangenis, en de gevangenen worden uitgehongerd. Sinds maart 2025 heeft Israël een volledige belegering afgedwongen – over land, door de lucht en over zee. Alle grensovergangen staan onder Israëlische controle. Geen buitenlandse journalisten worden toegelaten. Geen internationale hulpkonvooien krijgen toegang. De marineblokkade blijft volledig van kracht. Niets komt erin. Niemand komt eruit. Dit is geen humanitaire crisis. Het is een door mensen veroorzaakte hongersnood, met bureaucratische precisie ontworpen. De Verenigde Naties en de Internationale Vredesconferentie hebben beide bevestigd dat Gaza zich nu in fase 5 hongersnood bevindt – massale uithongering. Meer dan 70% van de landbouwgrond is vernietigd. Waterontziltingsinstallaties zijn gebombardeerd of hebben geen brandstof meer. De meeste mensen drinken zout of vervuild water, als ze al iets drinken. Ongelooflijk genoeg blijven een handvol lokale journalisten – gecontracteerd door internationale media zoals AFP en Al Jazeera – verslag doen vanuit het gebied. Ze verdienen een stabiel inkomen door de ineenstorting van hun eigen samenleving te verslaan. Stel je voor dat je betaald wordt om berichten te schrijven terwijl je buren gras eten en je stad in puin verandert. Dat is geen journalistiek; het is de getuigenis van overlevenden. Israël: het recht schenden zonder straf Israël, als bezettende macht, is verplicht onder de Vierde Conventie van Genève om te zorgen dat de burgerbevolking toegang heeft tot voedsel, water en medische zorg. In plaats daarvan heeft het al deze drie bewust geweigerd. Het heeft ook twee afzonderlijke uitspraken van het Internationale Gerechtshof – in januari en maart 2024 – genegeerd, die het opdroegen humanitaire hulp toe te laten in Gaza en alle maatregelen te nemen om genocide te voorkomen. Israël negeerde beide. Laten we duidelijk zijn: dit is niet alleen een moreel falen – het is een duidelijke, voortdurende misdaad. Uithongering als oorlogsmethode is verboden onder internationaal humanitair recht. Het is ook een oorlogsmisdaad onder het Statuut van Rome. Toch blijft Israël de strop aantrekken zonder noemenswaardige consequenties. De Westelijke Jordaanoever: annexatie door uitwissing Terwijl Gaza verhongert, wordt de Westelijke Jordaanoever als een karkas in stukken gesneden. De niet-bindende stemming van de Israëlische Knesset om het gebied te annexeren – gepaard met een explosie van nederzettingenbouw en militaire invallen – heeft elke schijn van een levensvatbare Palestijnse staat vernietigd. Frankrijk mag Palestina in september erkennen, maar tegen die tijd is er misschien geen Palestina meer om te erkennen – slechts versnipperde fragmenten, belegerd en begraven. De internationale gemeenschap: schuldig door passiviteit De aankondiging van Frankrijk werpt een scherper licht op een nog vernietigender waarheid: de internationale gemeenschap faalt niet – ze is medeplichtig. Onder de Genocideconventie hebben staten de plicht om genocide te voorkomen, niet alleen om het achteraf te veroordelen. Volgens de Responsibility to Protect (R2P)-doctrine moeten ze handelen wanneer een bevolking wordt geconfronteerd met massale wreedheden. Toch is de wereldwijde reactie een mengeling van handenwringen en halve maatregelen. De hulpblokkade blijft van kracht. Wapenleveringen aan Israël gaan door. De uitspraken van het ICJ worden genegeerd. Geen sancties, geen embargo’s, geen betekenisvolle actie. Laten we het niet mooier maken dan het is: door Israël toe te staan honger als wapen te gebruiken, neemt de wereld deel aan een genocide. Conclusie: een vlag gehesen boven graven Frankrijks belofte om Palestina te erkennen is niet betekenisloos – maar het is grotesk slecht getimed. Erkenning is geen redding. Het zal de hongerigen niet voeden of de ontheemden onderdak bieden. Het zal de doden niet terugbrengen. Zonder dringende actie om de belegering te doorbreken, Gaza te overspoelen met hulp en het internationaal recht af te dwingen, wordt de erkenning van Frankrijk geen daad van gerechtigheid – maar een lijkrede. Wanneer Macron in september de Palestijnse vlag hijst, zou de wereld moeten vragen: brengt hij eer aan een soevereine natie – of eert hij de slachtoffers die we allemaal in de steek hebben gelaten? Als het antwoord het laatste is, dan is dit geen diplomatie. Het is medeplichtigheid.